zondagsgebed
Het zondagsgebed, dan wel het gebed om verlichting met de Heilige Geest vormt de overgang naar de dienst van het Woord. In de protestantse traditie wil het gebed ons vooral bepalen bij de noodzaak van verlichting door Gods Geest. Wij zouden anders alleen maar kunnen horen wat in ons eigen straatje te pas komt. De Geest is de werkingskracht van Christus, die ons aanspreekt in de bijbel. Het gaat er niet om dat wij van alles over God gaan begrijpen door de lezingen en de preek, maar dat er aan ons iets kan gebéuren. Dat kan alleen als ons oor 'gewekt is' en afgestemd op het levende woord van God.
bijbellezingen
Meestal worden er twee of drie lezingen gehouden. Eerst uit het eerste (oude) Testament, dan uit de brieven van de vroege kerk en als laatste de evangelielezing. We volgen een breedkerkelijk leesrooster, waarbij de evangeliën en een groot deel van de bijbel in drie jaar aan de beurt komt, rekening houdend met het ritme van het kerkelijk jaar en de feestdagen. De volgorde van de lezingen hebben de bedoeling om de nadering van het Woord voelbaar te maken. Zoals de thora voorafging aan de komst van Jezus en aan de kerk, zo baant deze lezing de weg. We antwoorden daar dan ook meestal op met een psalm uit Israël's traditie. De brieven onderwijzen hoe de vroege kerk zijn komst in de wereld heeft verstaan. We zingen een halleluja-vers voorafgaande aan de evangelielezing en soms nog een lied.
Dan is het zover: het evangelie waarin Jezus zelf spreekt en handelt wordt gelezen. Christus komt hier en nu tot ons, in de woorden die nu klinken.
verkondiging
De eigenlijke komst van het Woord ligt in de lezing en wat die aan ons wil bewerken. Wat een preek probeert te doen is het Woord van die ochtend op zo'n manier aan ons te vertellen dat wij kunnen herkennen wat het met ons leven van vandaag te maken heeft. Het gaat dus niet om de "eigenlijke" betekenis, want er zijn veel betekenissen die allemaal waar kunnen zijn op een bepaald moment, en niet waar op een ander moment. Het gaat erom dat het Woord ons kan aanspreken daar waar wij op dit moment zijn. Soms zal dat een inspiratie zijn, of een troost. Soms juist een correctie of een confronterende spiegel. Waar het om gaat is dat wij ontvankelijk zijn voor wat het ons persoonlijk te zeggen heeft. Dat vraagt om aandachtig en open luisteren, zowel naar wat er op de preekstoel gezegd wordt als naar wat er in ons zelf gewekt wordt. Het bijbellezen is eigenlijk pas volledig als we lezen wat God bewerkt in ons hart, in ons leven. Als we dus niets van het woord hebben begrepen, dan zou het wel eens kunnen zijn dat we onszelf niet goed begrijpen...
geloofsbelijdenis
Na de verkondiging is er vaak een stiltemoment. Dan kunnen we de woorden die we hoorden even naar binnen laten komen. Meestal zal de gemeente antwoorden op het Woord dat hen aanspreekt met: Ik geloof (credo). Het zingen van de geloofsbelijdenis (die al vele eeuwen lang in de kerk gebruikt wordt) is het 'ja' van de gelovigen. Het is geen 'ja' tegen een soort overtuiging, de geloofsbelijdenis is geen denksysteem dat beaamd moet worden. Het is een 'ja' tegen Christus die door zijn woord ons binnen is gegaan. Het is een proclamatie, een dankzegging, een ergens voor gaan staan, we richten ons leven naar de vorm van Gods stempel op de wereld: we geloven de kant op van Christus. En dat doen we niet alleen, maar we voegen ons een rij van talloze gelovigen die ons zijn voorgegaan. Het zingen van de geloofsbelijdenis geeft ons de kans om niet alleen het Woord te horen maar ook te beamen, en ons tevens te verbinden met de kerk van alle tijden en plaatsen. Dat betekent dat het niet allemaal van ons persoonlijke geloof hoeft af te hangen. We kunnen ons laten dragen door wat de kerk gelooft ook al is dat voor ons op dat moment misschien ver weg. Zoals in veel liederen van de kerk zingen we woorden die vaak 'te groot' voor ons zijn. Zo zijn ze ook bedoeld: als groeiruimte.